Schroefdraadsnijden 
 Home
 Houtdraaien
 Houtdraaibank
 Beitels
 Houtsoorten
 Draaisnelheid
 Slijpen
 Gezondheid
 Staal
 Harden
 Afwerken
 Tips
 Werkplaats
 Gereedschap
 Vazen
 Schalen
 Diversen
 Links
 Schroefdraadsnijden
 Lintzaag
 Projecten
 Lijstklem
 Project-slijpen
 Draailes
 Bibliotheek
 Motoren/
frequentieregelaar

 Ertsgebergte



   

www.de-houtdraaier.nl

 

 

Als men meer bedreven raakt in het draaien van hout komt ook het moment dat men ook schroefdraad wil gaan maken. Er zijn diverse methoden om schroefdraad te maken in voorwerpen van hout. De meest geavanceerde methode is die waarbij gebruik wordt gemaakt van een kruistafel met daarop een freesmotor en een v-vormig freesje van 60º. Een andere methode is die waarbij er zo’n freesje wordt gemonteerd in de vaste kop en het werkstuk, meestal vastgezet in een vierklauw, op een houder met daarin een stuk draadeind met een vrij grote spoed, langzaam naar voren wordt bewogen terwijl het werkstuk tegelijkertijd om zijn as draait. Beide methodes lijken op het schroefdraad draaien in een metaaldraaibank. Soms vind je ook een combinatie van deze methodes en is er een speciaal mechaniek gemaakt dat lijkt op de vertragingsbak van een metaaldraaibank. Door middel van wissel tandwielen wordt het opgespannen werkstuk dan langzaam rondgedraaid terwijl tegelijkertijd het freesje in de freesmotor langzaam het werkstuk indraait. Deze drie methodes werken zeer efficiënt maar zijn m.i. meer het terrein van de professionele draaier omdat de aanschaf een behoorlijke investering vergt. Voor de houtdraaier die ook veel handigheid bezit in het bewerken van metaal zijn ze echter wel zelf te bouwen en dat kan op zich al een mooie uitdaging zijn.

Omdat de mensen die met bovengemelde methodes willen werken vrijwel altijd niet de onhandigste onder de draaiers zijn wil ik die werkwijzen ook niet verder uit de doeken doen en mij beperken tot het vervaardigen van schroefdraad d.m.v. een zogenaamde tap en snijkussen, daarnaast het schroefdraad snijden met de ouderwetse strelers, die inmiddels weer door diverse fabrikanten op de markt worden gebracht. (Sorby, Crown)

Voor het snijden van schroefdraad moeten we bij voorkeur een goede fijne hardhoutsoort kiezen. Uitstekend zijn houtsoorten met een fijne, liefst kruisdradige structuur. Te noemen valt Beuk, Buxes, Cocobole, Ebben, Haagbeuk, Iepen, Lijsterbes, Mahonie, Makore, Olijfhout, Pokhout, Rozehout, Taxus en Zebrano. Vooral Steen- of haagbeuk is erg geschikt. Dit witte hout is erg slijtvast en taai helaas zien we het hier in Nederland wat minder maar op vakantie in Duitsland (Hainbuche) of Frankrijk (Charmille) kunnen we het volop tegen komen. Over het algemeen is ook het hout van fruitbomen redelijk goed te gebruiken. Heel erg goed is ook het hout van de Sorbus Domestica   (Lijsterbes) te gebruiken. Mooi fijn, hard hout is het met heel bijzondere kwaltiteiten. Vers geslagen kan het b.v. branden! Maar beter kunt u het gebruiken om te draaien. In de landen rond de Middellandse Zee komt dit hout heel erg veel voor. Het moet natuurlijk wel een stuk zijn dat geheel vrij is van noesten en andere onregelmatigheden, willen we het kunnen gebruiken om draad te snijden. Ook het hout van andere lijsterbessoorten hebben vergelijkbare kwaliteiten.

Als men goed en met overleg te werk gaat kunnen ook andere, minder voor de hand liggende, houtsoorten wel bewerkt worden. Een beproefde methode om het hout geschikter te maken voor het schroefdraadsnijden is het hout 24 uur voor de bewerking in te smeren met vaseline. Als deze goed in het hout gedrongen is zal het snijden veel makkelijker gaan en breken er ook niet snel stukjes uit de draad. Een andere methode is het hout te behandelen met zeer dunne secondelijm, deze goed rondom in het hout laten trekken en bij voorkeur een etmaal laten drogen. Ook minimaal 24 uur dompelen in lijnolie of zonnebloemolie maakt het hout beter geschikt voor het draadsnijden. Op deze manieren is ook minder geschikt hout veelal toch met goed gevolg te bewerken. Tijdens het snijden is het ook verstandig het snijapparaat en het hout steeds weer in te smeren met olie, terwijl ook de spanen voortdurend zorgvuldig moeten worden verwijderd. Een oude tandenborstel kan daarbij goede diensten bewijzen. Met een tweede borstel kunt u ook het gereedschap en het hout steeds inoliën.

                 

                  

Inwendige en uitwendige draadstreler.

Het snijden van schroefdraad met de strelers vergt een zekere handigheid die men enkel met zeer veel oefening eigen kan worden. Het is ook beslist aan te raden niet direct te gaan oefenen op een fraai werkstuk. Wel zal ik een tip geven die nog wat mogelijkheden biedt als het toch fout mocht gaan.

Het draadsnijden met een streler is in feite geen snijden maar een vorm van schrapen. De snijkanten van de strelers zijn nagenoeg 90º. Dat geeft al direct aan waarom we zo’n fijne dichte houtsoort moeten gebruiken. Tevens moeten we er op letten dat we het hout zo kiezen dat we niet met de schroefdraad steeds de draad van het hout doorsnijden. Als we dat doen zal de schroefdraad veelal snel afbrokkelen. Ook mogen we het hout, nadat we het van dikte hebben gemaakt, beslist niet met schuurpapier te lijf gaan. Heel vaak blijven er na het schuren kleine schuurdeeltjes in het hout achter. We zouden op die manier onze dure strelers snel onbruikbaar maken.

Kies een set strelers met zeer fijne draad, bijvoorbeeld 22 t.p.i. (toeren per inch).

Het leerproces met een draadsnijder met een grove spoed, bijvoorbeeld 10 t.p.i., is aanmerkelijk moeilijker dan met een fijne spoed. Met een grove spoed zou u nog veel sneller achterin zijn. Vandaar het advies met een fijne draad te beginnen.

We beginnen bij voorkeur met het maken van de inwendige schroefdraad. Eerst maken we een zuivere inwendige cilinder. Deze moet van voor tot achter exact dezelfde maat hebben. Helemaal achterin tegen de bodem aan maken we daarna een kleine inkeping ongeveer 3 mm diep en breed. Dit geeft ons straks de tijd en de ruimte de streler uit de schroefdraad te lichten voordat deze de bodem raakt, anders zouden we de schroefdraad immers weer beschadigen. Op de kop maken we een mooie afschuining.We maken de wand niet te dun.

Kanten afschuinen en achterin een holletje maken.

Dat heeft namelijk als voordeel dat we nog eens opnieuw kunnen beginnen als onze oefeningen niet tot een goed einde zijn gebracht. Door met de inwendige schroefdraad te beginnen kunnen we het werkstuk met de uitwendige schroefdraad immers aanpassen aan het resultaat van onze eerste escapades. Zeer belangrijk is dat de strelers uiterst scherp zijn. 

                         

                         

Antieke draadstrelers al  meerdere generaties in gebruik bij een familie van wagenmakers!

De eerste keer dat ik strelers zag was bij een wagen/ trappenmaker. Deze gereedschappen waren al enige generaties in zijn familie en waren destijds gemaakt door een vakbekwame dorpssmid. De strelers werden aan de bovenzijde steeds hol geslepen en daardoor was de snijhoek ongeveer 75º. Het gereedschap werkte daardoor heel erg fijn. Jammer voor mij, dat de wagenmaker dit mooie gereedschap in zijn familie wilde houden!

De strelers die we nieuw kopen hebben een hoek van 90º. De wijze van slijpen van enige generaties kan ons dus als voorbeeld dienen. Die oude strelers werkten verbluffend goed.

Terug naar onze eerste oefening.

We gebruiken een korte leunspaan die we niet te dicht bij het werkstuk zetten.

Streler op de afgeschuinde kant zetten, handvat omhoog bewegen en gaan snijden, aan het eind omhoog-halen en weer van voor af aan beginnen.

We moeten het zo doen dat de streler exact in het midden van het werkstuk gaat snijden. Waarbij we rekening moeten houden met de hoogte van de hulp gereedschapssteun, waarmee we de streler ondersteunen en corrigeren.

We kiezen een zo laag mogelijke draaibank snelheid tussen de 100 en 300 tpm. Als we geoefend zijn zal een toerental van ongeveer 300 tpm het beste voldoen.

Als onze bank niet zo langzaam kan draaien kunnen we het werkstuk zelf met de hand rond draaien. We hebben dan alle tijd en kunnen op die manier goed oefenen

Door een korte steun te kiezen en deze niet te dicht bij het werkstuk te zetten zorgen we er voor dat we voldoende ruimte hebben om met de streler te manoeuvreren.

We leggen nu de hulpsteun op de leunspaan en daarop komt dan weer de streler. Dus hulpspaan in de linkerhand, het handvat er van onder onze arm geklemd en de streler in de rechterhand. Als we geen hulpspaan hebben leggen we de linkerhand onder de leunspaan door en gaan we de streler sturen met de vingers.

De streler wordt nu schuin aangezet, waarbij het handvat in de richting van de denkbeeldige hartlijn zwenkt en de tanden het hout grijpen. Het gaat nu erg snel de tanden beginnen te snijden en u bent in een mum van tijd achter aan. Hier ziet u het voordeel van de fijne spoed. Met een grove spoed zou u immers nog sneller bij de bodem zijn! De streler moet snel en soepel uit het werkstuk worden gehaald. Het proces begint nu weer van voor af aan en we gaan door met het snijden tot de schroefdraadkammen geheel geprofileerd zijn.

De kunst is natuurlijk steeds weer exact in de vorige schroefdraad te beginnen. U moet snel werken. Dit schroefdraad snijden met de streler kan niemand u leren, u moet de techniek echt helemaal zelf onder de knie krijgen en dat kan enkel door te oefenen, oefenen, steeds weer oefenen!

Als het niet goed is gegaan, en u een paar toeren schroefdraad over elkaar heeft geproduceerd, ziet u nu het voordeel van de dikke wand van uw werkstuk. De mislukte schroefdraad gaan we er nu weer uit snijden met de guts, wand weer zuiver recht maken, het holletje achterin weer aanbrengen, ingang afronden en hup daar gaan we weer, oefenen, oefenen, oefenen.

 

Hierboven heb ik staan dat niemand u het schroefdraadsnijden kan leren. Inmiddels kan ik zeggen dat dat niet meer geheel juist is. De bekende Limburgse draaier Jan Hovens is een ware specialist geworden in het draaien van schroefdraad. Regelmatig geeft hij een cursus bij Schulte in Duitsland en daarnaast heeft hij een prima DVD ontwikkeld die eveneens bij Schulte te koop is. Beide zijn aanraders. Het oefenen, oefenen en nogmaals oefenen blijft een aanbeveling.

 

De hulpsteun kunnen we heel goed zelf maken en zo veertig euro besparen.

Hulpsteun en reliefsnijbeitel.

We nemen een stuk plat- of rondstaal van 28 cm lengte, we verhitten het staal aan de punt en hameren een stukje van ongeveer 1 cm haaks om. Aan de andere zijde maken we een arend, door vier zijden plat en taps tot een punt te slijpen of ook weer, na verhitting, te hameren.

We draaien nu een lang, betrekkelijk dun hecht, 38 cm lang en 2,5 a 3 cm dik.

Dat u een verlopend gat moet boren om de arend er in te kloppen spreekt vanzelf. Een oude grote schroevendraaier kan heel goed omgebouwd worden voor deze hulpsteun. Wel het rondstaal mooi glad polijsten zodat de streler er straks zonder haperen overheen kan schuiven en de hulpsteun  prima over de beitelsteun kan glijden.

Ook de reliefsnijbeitel (om het holletje te maken) kunnen we heel goed zelf maken van een niet te grote oude vijl. De kap er volledig afhalen en het staal netjes polijsten op de watersteen. Kijk verder in een catalogus en u ziet welk profiel u in de beitel moet slijpen, het snijvlakje maken we ongeveer 45º en drie millimeter breed. Omdat we dit beiteltje niet onder ongunstige omstandigheden gebruiken hoeven we het staal niet perse te harden en te ontlaten, mits we het bij de bewerking niet te heet hebben laten worden.

 

Het draadsnijden met een snijkussen en een tap is in feite gelijk aan het handmatig draadsnijden bij de metaalbewerking.

Ook nu moeten de kanten van het werkstuk goed afgeschuind worden voor we beginnen. Terwijl het evenzeer aan te raden is het hout voor te bewerken, hetzij met vaseline of door te drenken in lijn- of zonnebloemolie. Het zal het resultaat aanmerkelijk verbeteren en het proces vergemakkelijken. Ook tijdens het tappen steeds wat olie toevoeren en de spanen verwijderen geeft een beter resultaat.

Vooral zuiver haaks aanzetten en werken, is hier een eerste vereiste. Een goed zicht of een schrijfhaak is hier belangrijk.

Ook hier baart de oefening weer kunst! Een lange schroefdraad spil kan  prima met het snijkussen op een uiterst langzaam draaiende bank worden gemaakt. Draai de spil aan beide zijden langer dan de gewenste maat, ten minste aan elke zijde zoveel langer als het snijkussen dik is. Aan de rechterzijde komt een afschuining en links en rechts moet het rondhout zo’n vier millimeter dunner zijn dan de diepte van de groef. We kunnen het snijkussen dan makkelijk opbrengen en als we aan het eind zijn hebben we de tijd om de bank stop te zetten zonder dat het snijkussen blijft snijden.

 

Bouw van een tap M33 en een snijkussen/snijblok

                                                

                                               

 

 

Van een grote bout M33 werd een uitstekend werkende tap gemaakt. Hierdoor kan er draad worden gesneden in een stuk hout dat dan direct op de as kan worden vastgezet en daarna worden gedraaid. Een zwaar stuk hout staat dan dicht bij het lager en daardoor draait het duidelijk rustiger.
Als eerste werd de kop van de bout geslepen omdat die niet zuiver in het midden van de bout staat.
Daarna werd op de metaaldraaibank  de bout voorzien van een wat spitse punt door de draad enigszins af te draaien. Dan werden er vier gleuven geslepen in de bout, haaks op de draad. Aan de snijkant heb ik de sleuf, naar links onderuit, wat weggeslepen zodat de snijtanden onder een snijhoek van 80º komen te staan waardoor de tap duidelijk beter snijdt. Vervolgens werd de draad naar de gleuven  toe weggeslepen, precies zo als bij een metaaltap. Tenslotte werd er een gat  boven in de tap geboord voor een kruk en klaar was de tap M33 nadat met een zoet sleutelvijltje her en der nog wat braampjes waren weggehaald. Een erg praktisch stuk gereedschap is zo ontstaan.

Een groot houtblok kan nu, voorzien van schroefdraad, rechtstreeks op de as worden vastgedraaid en zo worden bewerkt. Ideaal voor schalen en vazen uit onregelmatig hout.  Het werkstuk zit dan dicht bij de lagers, wat vooral voor stukken die dus nog niet in balans zijn, de meest ideale plaats is.

Hierna moest er natuurlijk ook een snijblok worden gemaakt. Van een bevriende draaier werd een antiek blok uit zijn gereedschapmuseum geleend om als voorbeeld te dienen.
Opengemaakt geeft dat een goed beeld.

                                       Antiek opengewerkt blok.

Uit twee stukken beukenhout die, met een vel pakpapier er tussen, aan elkaar werden gelijmd, werd het blok op de draaibank vormgegeven. Daarna werd het gat door en door geboord en vervolgens werden vier imbushoutschroeven in de vier hoeken gedraaid en het hout gepaard. Hierna werden de twee stukken hout op de papiernaad weer van elkaar gesplitst.

                                         

Onderstuk snijblok, waarin ruimte werd gehakt voor een bewerkte moer die als geleider dienst doet. Tevens ligt hierin het snijmes.

                                         

 

                               

De moer is geplaatst en vastgelijmd het mes ligt op zijn plaats

                                      

                                      

Het snijblok, links boven staat de bovenzijde en naast het snijblok de tap met daarin de wringstang.

Nu kon het binnenwerk worden uitgestoken. Door mij werd er voor gekozen om een bewerkte moer als geleiding in het blok aan te brengen. Ook de gleuf voor de beitel moest worden gestoken. De beitel werd gemaakt uit een staafje HSS. De Dremel deed hierbij goede diensten.

Na wat afstelperikelen werkt het blok nu uitstekend en kan er dus M33 schroefdraad worden getapt en gesneden.

Hiermee wilde ik geen omschrijving geven van alle werkzaamheden om dit gereedschap te maken, enkel een schets in grote lijnen.  Vooral als je ziet dat een setje M33 in de handel honderden euro's kost geeft het erg veel voldoening dergelijk gereedschap zelf te maken.

Een eis is wel dat er een flinke hoeveelheid gereedschap in uw werkplaats voorhanden is om dergelijke werkstukken te kunnen maken

 

 

 

Heel veel succes!

 

Harry van Wees

 

 

 

 

Schrijf een bericht in het gastenboek.     Bekijk hier mijn gastenboek.



Niets van deze publicatie mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.

© Wortelsoft
 
2002 t/m 20242023