Houtdraaien is een hobby waarbij je eindeloos dingen kunt blijven
aanschaffen. Als er een bank naar je zin is moet er een goede chuck komen,
diverse soorten meenemers en meedraaiende centers, beitels heb je ook nooit
genoeg en de fabrikanten komen steeds met nieuwe hulpmiddelen en beitels die
dusdanig lonken dat ze op een gegeven moment de draaiwerkplaats sieren.
Een van de beslist handige hulpmiddelen voor de houtdraaier is de lintzaag.
Ik wil niet zeggen dat je niet zonder kunt maar het bezit verruimt beslist de
horizon van de houtdraaier. Een lintzaag van een gerenommeerd merk is niet
bepaald een koopje maar biedt over het algemeen wel waar voor zijn geld. Op dit
moment komen er echter ook steeds meer ‘merkloze’ machines uit het verre
oosten op de markt die voor alleszins redelijke prijzen worden aangeboden.
Bekend is dat de lagers van die producten veelal niet te vergelijken zijn met de
lagers in de machines uit het westen, maar de prijs van de machine is dusdanig
dat u de eerste tien jaar elk jaar de lagers zou kunnen vervangen en dan bent u
nog veel goedkoper uit. De Chinese lagers gaan echter ook vele jaren mee dus
valt het allemaal nog al mee. De machines worden door de leveranciers meestal
niet voor u in elkaar gezet, dus dat klusje moet u zelf doen na de aanschaf. Her
en der een braampje weghalen en een lik vet aanbrengen moet u dan nauwkeurig
doen natuurlijk, maar als u bedenkt dat de machine nog niet de helft kost van een
westerse machine met dezelfde capaciteiten dan maakt dat veel goed.
Ik ben in het bezit van een flinke machine van Herman Buitelaar uit
Waddinxveen die deze machines uit het verre oosten importeert en ik kan niet
anders zeggen dan dat ik er dik tevreden mee ben. Een sterke 3 pk krachtstroom
motor zorgt voor de nodige power en met een uitlading van 50 cm. en een maximale
hoogte van 30 cm. kom ik niet vlug capaciteit te kort.
Het in elkaar zetten en de diverse onderdelen soepel op elkaar laten inwerken
kostte een middagje tijd en voor het plaatsen waren een trekker en wat speketers
nodig, want het ding weegt bijna 200 kilo. Maar nu staat de machine te glimmen
in mijn draaihok en biedt zonder mankeren zijn diensten aan.
Als u een machine wilt aanschaffen en de voorkeur geeft aan een merk uit het
westen, bekijk die machine dan goed. Er zijn nog al wat fabrikanten die de
machines ook uit het verre oosten laten komen en enkel de lagers en de kleur
volgens hun specificatie daar laten aanbrengen. Als je zo’n machine koopt ben
je naar mijn mening te duur uit! Je krijgt immers vrijwel dezelfde machine als
de merkloze. De betere lagers, die in feite maar enkele tientjes kosten en het
naamplaatje moet je dan wel heel erg duur betalen. Overigens kan ik niet anders
zeggen dan dat de lagers in mijn machine, beslist niet slecht te
noemen zijn. De lintzaag draait bij mij nu ruim vier jaar tot volle tevredenheid.
De techniek gaat in het verre oosten natuurlijk ook vooruit.
Voor het gebruik moet het zaaglint worden gespannen. We draaien aan de
spanhendel tot het lint een hoog geluid geeft, als we er net als bij een
gitaarsnaar, wat aan trekken. Als we tegen het lint duwen mag de speling niet
meer zijn dan 6 tot 10 millimeter. Na het gebruik het lint altijd goed
ontspannen. Daarvoor zijn een drietal argumenten.
1e Het ontlast de lagers in de wielen.
2e Als er grote
temperatuur verschillen kunnen optreden in het vertrek waar de machine staat, zou
bij grote afkoeling het lint kunnen breken door de sterke krimp.
3e
Als er teveel spanning op het lint blijft staan, wordt het rubber loopvlak op het wiel
plaatselijk ingeduwd en daardoor gaat de machine onrustig lopen en dus ook
minder nauwkeurig zagen. Na het werk het spanwiel daarom altijd een slag of drie
lossen.
Na het spannen gaan we de zaaggeleiding instellen. De geleide wielen,
geleidelagers, of blokjes gaan we zo tegen het blad instellen dat er enkel nog
een blaadje papier tussen kan.
De achtergeleiding komt tegen de achterzijde van het blad.
Overigens is het een goede gewoonte om de achterzijde van het blad wat rond
te polijsten met een oliesteentje. De machine laten draaien en het oliesteentje
niet te vast tegen de achterzijde van het lint duwen in een kleine ronde
beweging. Als we daarbij wat hulp krijgen kunnen we het slijpsel tegelijkertijd
met een stofzuiger wegzuigen. Zodat dat niet op de loopwielen terechtkomt. Nu we
het toch over de loopwielen hebben. Het is een goed idee om , b.v. oude
tandenborstels, zo in de machine te monteren dat ze de loopwielen steeds
vrijhouden van zaagmeel. De schone wielen bevorderen de nauwkeurigheid, doordat het
lint rustiger loopt.
Door een ronde kant aan het lint te polijsten kunnen we wat makkelijker rond
zagen zonder dat de achterzijde van het lint hinderlijke hapjes veroorzaakt in
de zojuist gemaakte snede. Ook laat de zaag het terugtrekken uit de zaagsnede
wat makkelijker toe.
Als de uitlading van onze machine en de zaagtafel te klein blijkt, bijvoorbeeld omdat we een
tafelblad rond willen zagen kan een zaagbok met een kogelbalk ons goede diensten
bewijzen. Zet de bok op exact dezelfde hoogte als het blad van de lintzaag en
controleer e.e.a. met de waterpas.
Het blad draait uitstekend op die constructie. Zonodig de poten van de
zaagbok met een paar zandzakken verzwaren.
We kunnen op de lintzaag ook uitstekend rondhout tot planken en balken
verzagen. We maken een slede van een tweetal planken die haaks aan elkaar worden
vastgezet. We zetten het rondhout of met wat houtdraadbouten vast of we laten
wat spijkertjes uit het hout van de slede steken die het rondhout er op fixeren.
We zagen eerst een rechte kant aan het hout door de slede langs de langsgeleider
te duwen. We draaien het rondhout daarna 90° om en zagen de tweede kant recht.
Vervolgens kunnen we gebruik maken van de aanslag om verder te gaan met het
verzagen van het rondhout.
Zorg er bij het zagen van het rondhout altijd voor dat het hout stevig
gefixeerd is en het niet kan omrollen tijdens het zagen. Bedenk dat de krachten
op het hout tijdens het zagen behoorlijk kunnen zijn. Als het hout toch kan
draaien heeft dat 100% zeker tot gevolg dat het zaaglint breekt. Ook als we
rondhout willen korten moeten we voorkomen dat het hout om zijn as kan gaan
draaien. Ook dan dreigt er het gevaar van zaagbreuk. Een V-blok geeft over het
algemeen voldoende stabiliteit en voorkomt draaien van het hout. Ook een wig,
die onder het hout geklemd wordt, kan voldoende zijn. Eventueel een paar
afgeknepen spijkertjes uit het blok laten steken, die er voor zorgen dat het
hout goed stabiel blijft liggen.

V-Blok hulpstuk
Bovenstaand V-blok kunnen we zelf maken en het zal goede diensten bewijzen
bij onze lintzaagmachine. Het rondhout ligt opgesloten in een V uitsnijding en
het lint van de zaag wordt door het midden van het hulpstuk gevoerd.
Een V-plankje, zoals we gebruiken voor het boren van een hamerkop (zie onder
tips)kan ook uitstekend dienst doen als we van een vierkant stuk hout een acht
kant willen maken. Als we er dus de grote hoeken vanaf willen zagen. Het hout in
de ‘V’ leggen en het plankje langs de geleider voeren. Het scheelt een
hoop schrobwerk aan de draaibank.
Dat u, voordat u begint te werken met de lintzaag, de gebruikaanwijzing en de
veiligheidsvoorschriften goed moet hebben gelezen en dat u altijd veilige
duwvoorzieningen moet gebruiken is vanzelfsprekend. De vingers moeten steeds aan
de zijkanten van het zaaglint blijven. Als je daarvoor niet genoeg discipline
aan de dag kunt leggen moet je niet omgaan met machines!
Hieronder staat een opgave van de kleinst mogelijke radius die met een lint
gezaagd kan worden. Dit vergt wel een behoorlijke oefening, misschien is het
beter om die maten flink wat ruimer te zien.
Zaaglint 6 mm breed, minimale radius 19 mm
10 mm 38 mm
13 mm 56 mm
19 mm 100 mm
Mij lukt het tenminste niet om dergelijke kleine radiussen te zagen met de
aangegeven zaaglinten. Of een professionele zager wel deze opgave van de
fabrikanten kan halen is mij niet bekend.
De bovengenoemde lintzaag van Chinese makelij heb ik op een paar punten
gemodificeerd.
De grote gietijzeren geleiders waarin de ophanging van het bovenste wiel op
en neer beweegt bij het spannen van het zaaglint heb ik voorzien van smeernippels.
Dit heeft een enorme verbetering gegeven bij het spannen. Dat
kost nu duidelijk minder kracht en het geheel glijdt als een zonnetje. De spil die het
wiel omhoog en omlaag moet duwen heb ik voorzien van messing ringen en deze
worden nu ook met de vetspuit gesmeerd. Voorheen liep de spil op een stuk ijzer.
IJzer op ijzer gaat makkelijk invreten vooral als het geen gehard staal betreft.
Zo’n messing ring blijkt een uitstekende oplossing te zijn. Het heeft allemaal
flink wat inspanningen gekost maar leverde een erg grote verbetering op.
Overigens trof ik deze voorzieningen bij Europese ontwerpen ook niet aan.

Lintzaag bovenwiel met in de
geleiders aangebrachte smeernippels

Detailopname smeernippel rechts

In het onderste gat van het wiel
is de spil zichtbaar die het wiel in de geleiders op en neer doet bewegen.
Deze spil rust nu op een messing ring en kan ook gesmeerd worden.
Bij de lintzaagmachine wordt over het algemeen slechts één zaaglint
geleverd.
Dat is er dan één die of erg geschikt is voor het betere bochtenwerk of
één die speciaal is afgestemd op het werken met rechte zaagsneden. Willen we
meer uit onze machine halen zou het dus erg prettig zijn als we ook een aantal
andere maten van zaaglinten tot onze beschikking hebben. De leverancier van de
machine kan u veelal ook die zaaglinten leveren. Als we een merkmachine hebben
gekocht zijn er van dezelfde fabrikant veelal ook linten te koop. Mijn ervaring
is dat die linten bijna altijd een te hoge prijs hebben. Kijk eens in de gouden
gids onder "slijperijen" deze vaklieden hebben bijna altijd ook een
enorme voorraad aan zaaglinten in huis. Vanaf 3 mm tot noemt u maar op. Er kan
gekozen worden uit verschillende materialen, tandzettingen, tandvormen, dikte,
enz. De linten worden voor u op maat gemaakt en zijn veelal aanmerkelijk
goedkoper dan de linten die machinefabrikanten aanbieden. De vakkennis van de
slijper krijgt u er gratis bij!
De dikte van het zaaglint mag in principe niet dikker zijn dan 1/1000 van de
doorsnede van het lintzaagwiel. Als het lint dikker is bestaat er gevaar voor breuk.
De soldeer- of lasverbinding is een zwakke plek in het zaaglint. Deze moet
keurig afgewerkt zijn en mag je in principe vrijwel niet kunnen zien. De vorm
van de tanden hangt af van het materiaal dat moet worden gezaagd. De kom van de
tand (tandgrond) dient rond te zijn omdat er anders op die plek makkelijk een scheur kan
ontstaan. Tevens zorgt die vorm er voor dat het zaagmeel beter wordt afgevoerd.
De zaag moet altijd goed scherp zijn en goed gezet. Een blad waarvan de tanden
niet thermisch gehard zijn kan worden gezet en geslepen. In het algemeen is de
zetting anderhalf maal de dikte van het blad. Voor vochtig en heel erg zacht
hout mag de zetting iets groter zijn terwijl voor erg hard hout een kleinere
zetting beter voldoet.
Een standaard blad kan over het algemeen goed zelf worden gezet en geslepen
(in die volgorde) We hebben daarvoor een zettang en een zoete driekante zaagvijl
nodig van uitstekende kwaliteit. Voor het scherpen van een lintzaag zijn er
speciale vijlen te koop. Deze vijl is op de drie hoeken rond uitgevoerd.
Daardoor blijft de tandgrond ook rond. De
lengte van de vijl correspondeert met het aantal tanden per inch.
15 - 22 tanden, vijllengte 150 mm
12 - 14 tanden, vijllengte 175 mm
10 - 12 tanden, vijllengte 200 mm
7 - 8 tanden, vijllengte 225 mm
4,5 - 6 tanden, vijlengte 250 mm
2,5 - 4 tanden, vijllengte 275 mm
Het is niet perse nodig om voor elke maat lint een andere vijl in huis te
hebben. Maar de lengte correspondeert ook met een bepaalde breedte en met
een grote brede vijl is het zicht op de te vijlen tanden onvoldoende bij een
zaaglint met veel tanden per inch. In de praktijk mag je blij zijn als de goede
ijzerhandel je nog zo'n vijl wil leveren. Ze zijn nog maar zelden in voorraad.
Over het algemeen staan de tanden
van een lintzaag op 'stoot' en worden de tanden exact haaks op de lengterichting
gevijld. Dat de vijl goed scherp moet zijn spreekt vanzelf. Het scherpen is een werkje dat veel geduld vergt en met
grote nauwkeurigheid moet worden uitgevoerd
Als we de gereedschappen, of het geduld, daarvoor niet hebben doet de professionele slijper
het graag voor u, vergelijk dan wel even de prijs van het slijpen en die van een
nieuw lint. Mogelijk valt de keus dan op het laatste.
Als we van zaaglint wisselen, wat veelal toch een behoorlijke klus is, moeten
we er aan denken dat we de zaaggeleiders ook opnieuw instellen. Terwijl we
zullen merken dat de wielgeleiding veelal ook niet meer voldoet. De
gebruiksaanwijzing van de machine legt over het algemeen goed uit hoe u moet
handelen om deze zaken optimaal in te stellen. Zet de machine niet te snel weer
aan. Draai eerst handmatig de wielen met het zaaglint eens een tijdje rond.
Monteer daarna de veiligheidskappen e.d. weer op de juiste plaats en pas dan mag
de machine proefdraaien, stap daarbij wat opzij. U zult zien dat een nieuw lint
een openbaring is en uitnodigt om er eens flink gebruik van te maken.
Waarom die verschillende zaaglinten er zijn in al hun uitvoeringen wil ik
hier niet te voor en te na uit de doeken doen, maar enige handzame opmerkingen
wil ik er wel over maken.
Om een zo optimaal mogelijke zaagsnede te krijgen dient het zaaglint met
minimaal drie tanden tegelijk in het hout aan te grijpen. Heel dun hout zagen
met een erg grof gezet zaaglint met grote tanden geeft een zeer rafelige
zaagsnede. Nu kunnen we niet voor elke bewerking een ander zaaglint monteren, ik
gaf al aan dat dat een bewerkelijke klus is, we kunnen het zaagresultaat
verbeteren door een stukje afvalhout onder het werkstuk mee te zagen. Dat geeft
dan beslist een mooier resultaat, een fijne tandzetting is het beste, maar soms
zullen we moeten roeien met de aanwezige riemen.
Als we zeer hoog hout hebben, werkt een grovere tandzetting weer het beste,
omdat die zorgt voor een betere afvoer van het zaagmeel, zodat het lint niet
vastloopt en ook niet zo snel heet wordt. Nat hout vraagt ook om grote tanden
met een brede zetting! Even met een stuk harde zeep het blad smeren doet soms
wonderen en zorgt er voor dat het blad minder snel heet wordt.
Als we de zaag ouderwets willen smeren moeten we dat doen met een
"PEZERIK", de uitgesnede roede van een varken, die compleet met
urineleider en een stukje spek uit het varken wordt gesneden. Voor de
houdbaarheid werd de pezerik veelal gerookt. Wel ongezouten natuurlijk!
In de urineleider kunnen we een lus knopen zodat we we het beste stuk van de
beer netjes aan een spijker kunnen hangen.
Als u merkt dat
het blad erg heet is geworden, haal dan na het werk de spanning van de zaag. Zo
voorkomt u dat het blad scheurt.
Om het vastlopen van het zaaglint te voorkomen moet de zetting van de tanden
vrijbaan maken voor het lint. Bij een ideale tandzetting zien we dat er een tand
naar links wijst, een naar rechts en een vooruit enz. Bij de meeste linten staan
de tanden echter om en om.
Als de zaag bot is of als de tanden onvoldoende gezet zijn, zien we dat vaak
aan het zaagresultaat. Een bolle zaagsnede is daarvan namelijk het gevolg. Een
bolle zaagsnede kan echter ook ontstaan als we het zaaglint onvoldoende hebben
gespannen of als we het hout te snel aanvoeren.
Nu we het toch over zaagfouten hebben, we zien vaak dat het moeilijk is om
een keurig rechte zaagsnede te produceren. Helaas is daar niet slechts één
oorzaak voor aan te wijzen. De volgende zaken kunnen daarbij een rol spelen:
* te lage spanning op het lint;
* te snelle aanvoer van het hout;
* te lage zaagsnelheid;
* te dun zaaglint;
* te fijne vertanding;
* onvoldoende zetting van de tanden;
* zaaggeleiders niet goed ingesteld;
* bovenste zaaggeleider staat te hoog boven het werkstuk.
Welk euvel, of samenloop, hier van toepassing is, moeten we dus zorgvuldig
nagaan.
Het opbergen van een zaaglint vraagt ook de nodige aandacht. Als houtdraaier
kunnen we een mooi wiel draaien met een gleuf er in waarin het blad dan prima zonder
knikken kan rusten.
Van een wiel kunnen we twee van die supports zagen. Als we daarvoor hout
gebruiken met veel looizuur zullen we een goede laklaag op de support moeten
aanbrengen omdat het lint anders sterk zal oxideren. Vóór we het lint opbergen
moeten we het sowieso eerst goed schoonmaken en invetten met b.v. WD 40. Dat is
het behoud van het lint.
Om het lint makkelijker op te bergen kunnen we het ook oprollen in drie
gelijke ringen. Dat is makkelijker dan het misschien lijkt.
Allereerst trekken we een paar lederen handschoenen aan. We nemen het lint in
beide handen met de zaagsnede van ons af wijzend. De duimen houden we omhoog op
het lint en daarmee buigen we de bovenzijde van het lint van ons af, terwijl we
met die duimen tegelijkertijd de tanden naar buiten duwen.
Het lint hangt nu in twee bochten naar beneden. We kruisen nu de handen en
verwisselen onze greep. Hierdoor draait het zaaglint en als we dat naar onderen
laten zwenken rolt het lint vanzelf op in drie ringen.
Voorzichtig oefenen en er voor zorgen dat het lint niet knikt. Het lint neemt
zo veel minder plaats in.
Op de onderstaande foto's doet mijn vrouw het voor. Bij de eerste poging
lukte het haar en de fotoserie betreft de tweede keer dat zij het oefende!
De poes kijkt of alles goed gaat.
(Deze foto's kunnen niet worden vergroot.)








"Ziezo, dat is eigenlijk makkelijker dan het in eerste instantie lijkt,
volgende keer wel eerst het stof van dat zaaglint afhalen!!"
Tenslotte heb ik nog drie aanbevelingen. Bekijk de
lessen van Alex Snodgrass eens op het internet. Deze lintzaag specialist
laat op een prima wijze zien hoe je de lintzaag exact moet afstellen. Dat
hij de juiste methode hanteert bewijst hij met zijn zaagvoorbeelden aan het
einde van zijn clinic. Een uitstekende vakman.
https://www.youtube.com/watch?v=wGbZqWac0jU
Brendon Burney toont hoe een slecht lopend zaaglint
bewerkt moet worden om er weer fijn mee te kunnen werken. Zeker de moeite
waard om dit ook eens te bekijken.
https://www.youtube.com/watch?v=9DzbJYIPPNE