![]() |
Draaisnelheid | |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() frequentieregelaar ![]() |
Vaak wordt er gevraagd met welke
snelheid moet ik een werkstuk draaien. Het antwoord zal dan steeds moeten
zijn: "Met die snelheid waarmee je het prettigs werkt en de beitel dus
het fijnste snijdt". De eerste grafiek is bedoeld voor het draaien tussen de centers. Links staat de doorsnede in centimeters en rechts de daarbij behorende gemiddelde aanbevolen draaisnelheid. Het betreft dan de snelheid bij gecentreerd hout. Als het hout nog ruw is of nog niet gecentreerd, moet een veel lagere snelheid worden gekozen. Als het werkstuk niet rustig draait moet ook een lagere snelheid worden gekozen. Als het hout dun is en er een soort ribbeltjes verschijnen, zoals op een ouderwets wasbord, is de snelheid ook te hoog. Het hout heeft dan in feite ondersteuning nodig van een lunette of van uw hand. Door het werkstuk met een hand aan de achterzijde te steunen, voorkomt u dat het hout zich gaat gedragen als een springtouw en in het midden naar buiten uitwijkt.
De
tweede grafiek is van toepassing op het draaien van schalen, vazen en andere
voorwerpen die slechts aan één zijde worden ingespannen. Ze zijn van
toepassing bij hout dat reeds geheel of nagenoeg geheel gecentreerd is. De cijfers rechts geven de toerentallen weer en links staan de doorsneden van de werkstukken. De cijfers zijn, zoals gezegd, gemiddelden en kunnen per houtsoort verschillen. De snelheid zal dus op het gevoel aangepast moeten worden als het draaien er om vraagt. In het algemeen wordt een zo hoog mogelijke snelheid gekozen, omdat daarbij de fijnste snede wordt geproduceerd. Hout is een natuurproduct en een goed gecentreerd rond stuk hout zal toch niet altijd volledig in balans zijn. De groeiringen kunnen bijvoorbeeld aan de ene zijde van het hout veel breder zijn dan aan de andere zijde. Zomer- en winterhout verschillen in gewicht. Daardoor kan toch een forse onbalans ontstaan die noopt tot het kiezen van een lagere snelheid. We gaan in zo'n geval naar die snelheid die wel rust geeft aan het werkstuk en de draaibank. Indien u met het uithollen problemen heeft, b.v. omdat de beitel steeds hapt, breng dan de snelheid eens drastisch omlaag. U zult zien dat het dan, bijna altijd, een stuk beter lukt. Er ontstaat dan als vanzelf een hogere vaardigheid die het plezier in het draaien ten goede komt.
Nu wat opmerkingen over snelheden en techniek. Op zich is houtdraaien een vreemde manier van houtbewerken. Bij alle andere manieren van houtbewerken is het immers zo, dat het werkstuk stil ligt, of slechts langzaam wordt voortbewogen om het aan te voeren, terwijl machines met grote snelheid het hout bewerken. We zien dat bij het zagen, het schaven, frezen enz. Bij het houtdraaien heeft het werkstuk grote snelheid en staat het gereedschap stil of nagenoeg stil. Door de wrijving tussen het hout en het gereedschap ontstaat er warmte. Deze wordt bij schaven, zagen en frezen snel afgevoerd door de luchtstroom die het gereedschap zelf ontwikkelt. We kunnen daardoor ook met een zeer hoge snelheid het hout bewerken. Schaven bij zo'n 6000 toeren per minuut, zagen bij 3000 en frezen bij 4500. (onderfrees) Bij het houtdraaien hebben we
dat koeleffect bijna niet en daarom kunnen we ook al niet met die hoge
snelheden werken. Vroeger werd een beitel blauw bij te hoge snelheid en
verloor daardoor zijn snede. Een HSS beitel kan veel meer warmte verdragen
maar heeft toch ook zijn grenzen. En schuren met hoge snelheid leidt ook al
vlug tot verbranden van het hout en van de vingers. We doen dat met de
volgende formule V= d . ñ . n Dat betekent doorsnede keer 3,14 keer toeren per minuut gedeeld door 60. Als we een cirkelzaag als voorbeeld nemen zien we bij een zaagblad van 30 cm en 3000 tpm: 0,3 meter x 3,14 x 3000 : 60 = 47,1 meter per sec. Houtdraaien: Bord van 30 cm, 900 tpm: 0,3 x 3,14 x 900 : 60 = 14.1 meter per sec. Nu gaat een
handschaaf natuurlijk ook niet sneller en daarmee krijgen we toch ook een
mooi glad oppervlak, mits de schaafbeitel vlijm scherp is. Dit was misschien een heel verhaal maar ik wil daarmee laten zien waarom snelheid en scherp gereedschap, ook juist bij het houtdraaien, belangrijk zijn. Daarnaast moet het een pleidooi zijn voor het snijdend houtdraaien.
Heeft u vragen of wilt u reageren:
![]()
Niets
van deze publicatie mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door
middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze dan ook,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. |
|
©
Wortelsoft 2002 t/m 20232023 |